Traducciones de „drinkster“ en el diccionario neerlandés » alemán

(Ir a alemán » neerlandés)

drink·wa·ter [drɪŋkwatər] SUST. nt geen pl.

drinkwater

Trinkwasser nt

in·dring·ster SUST. f

indringster forma femenina de indringer

Véase también: indringer

in·drin·ger <indringer|s> [ɪndrɪŋər] SUST. m

indringer

Eindringling m

drie·mas·ter <driemaster|s> [drimɑstər] SUST. m

driemaster

Dreimaster m

drink·baar [drɪŋɡbar] ADJ.

drinkbaar

trinkbar

vrij·denk·ster SUST. f

vrijdenkster forma femenina de vrijdenker

Véase también: vrijdenker

vrij·den·ker <vrijdenker|s> [vrɛidɛŋkər] SUST. m

vrijdenker

Freidenker m

kijk·ster SUST. f

kijkster forma femenina de kijker

Véase también: kijker

kij·ker <kijker|s> [kɛikər] SUST. m

1. kijker (toeschouwer):

kijker

Zuschauer m

2. kijker (verrekijker):

kijker

Fernrohr nt

kijker

Fernglas nt

iets/iem in de kijker(s) hebben fig.

etw/jdn durchschauen

rook·ster <rookster|s> [rokstər] SUST. f

rookster forma femenina de roker

Véase también: roker

ro·ker <roker|s> [rokər] SUST. m

1. roker (iem die tabak rookt):

roker

Raucher m

2. roker (iem die vis, vlees rookt):

roker

Räucherer m

wreek·ster SUST. f

wreekster forma femenina de wreker

Véase también: wreker

wre·ker <wreker|s> [vrekər] SUST. m

wreker

Rächer m

Pink·ste·ren [pɪŋkstərə(n)] SUST. m geen pl.

Pinksteren

Pfingsten nt

met Pinksteren

zu Pfingsten

uit·blink·ster SUST. f

uitblinkster forma femenina de uitblinker

Véase también: uitblinker

uit·blin·ker <uitblinker|s> [œydblɪŋkər] SUST. m

uitblinker

Könner m

uitblinker

Ass nt coloq.

drink·bak <drinkbak|ken> [drɪŋɡbɑk] SUST. m

drinkbak

Trinkgefäß nt

maak·ster SUST. f

maakster forma femenina de maker

Véase también: maker

ma·ker <maker|s> [makər] SUST. m

1. maker:

maker (vervaardiger)

Hersteller m

maker (vormgever)

Gestalter m

maker (bouwsel)

Erbauer m

2. maker rel.:

maker

Schöpfer m

werk·ster <werkster|s> [wɛrkstər] SUST. f

1. werkster (zij die werkt):

werkster

Arbeiterin f

een sociaal/maatschappelijk werkster

eine Sozialarbeiterin/Wohlfahrtspflegerin

2. werkster (schoonmaakster):

werkster

Putzfrau f

werkster

Rein(e)machefrau f

werkster

Raumpflegerin f

ik krijg vandaag de werkster

heute kommt meine Putzfrau

staak·ster <staakster|s> SUST. f

staakster forma femenina de staker

Véase también: staker

sta·ker <staker|s> [stakər] SUST. m en f

staker

Streikende(r) f(m)

de postende staker

der Streikposten

pink·ster·dag <pinksterdag|en> [pɪŋkstərdɑx] SUST. m

pinksterdag

Pfingstfeiertag m

de eerste/tweede pinksterdag

der Pfingstsonntag/Pfingstmontag

ge·woon·te·drink·ster SUST. f

gewoontedrinkster forma femenina de gewoontedrinker

Véase también: gewoontedrinker

ge·woon·te·drin·ker <gewoontedrinker|s> [ɣəwontədrɪŋkər] SUST. m

gewoontedrinker

Gewohnheitstrinker m