neerlandés » alemán

doe-het-zel·ver <doe-het-zelver|s> [duətzɛlvər] SUST. m

doe-het-zelf·zaak <doe-het-zelf|zaken> [duətsɛlfsak] SUST. f

te·gen·streef·ster SUST. f

tegenstreefster forma femenina de tegenstrever

Véase también: tegenstrever

te·gen·stre·ver <tegenstrever|s> [teɣə(n)strevər] SUST. m verouderd

weef·ster <weefster|s> [wefstər] SUST. f

geef·ster SUST. f

geefster forma femenina de gever

Véase también: gever

ge·ver <gever|s> [ɣevər] SUST. m

last·geef·ster SUST. f

lastgeefster forma femenina de lastgever

Véase también: lastgever

last·ge·ver <lastgever|s> [lɑstxevər] SUST. m

1. lastgever (opdrachtgever):

2. lastgever jur.:

tip·geef·ster SUST. f

tipgeefster forma femenina de tipgever

Véase también: tipgever

tip·ge·ver <tipgever|s> [tɪpxevər] SUST. m

uit·geef·ster SUST. f

uitgeefster forma femenina de uitgever

Véase también: uitgever

uit·ge·ver <uitgever|s> [œytxevər] SUST. m

1. uitgever (boekproducent):

2. uitgever EDIT.:

Verlag m

3. uitgever (tekstverzorger):

werk·geef·ster SUST. f

werkgeefster forma femenina de werkgever

Véase también: werkgever

werk·ge·ver <werkgever|s> [wɛrkxevər] SUST. m

op·dracht·geef·ster SUST. f

opdrachtgeefster forma femenina de opdrachtgever

Véase también: opdrachtgever

op·dracht·ge·ver <opdrachtgever|s> [ɔbdrɑxtxevər] SUST. m

toe·hoor·ster SUST. f

toehoorster forma femenina de toehoorder

Véase también: toehoorder

toe·hoor·der <toehoorder|s> [tuhordər] SUST. m

1. toehoorder (luisteraar):

Hörer m

2. toehoorder (iem die enkele lessen volgt):


Página en Deutsch | English | Español | Italiano | Polski