neerlandés » alemán

Traducciones de „afwerken“ en el diccionario neerlandés » alemán

(Ir a alemán » neerlandés)

af·wer·ken <werkte af, h. afgewerkt> [ɑfwɛrkə(n)] V. trans.

1. afwerken (afmaken):

afwerken
erledigen
een opgedragen taak afwerken
eine Aufgabe erledigen

3. afwerken (volbrengen):

afwerken
absolvieren
een zwaar programma afwerken
ein anstrengendes Programm absolvieren
heel wat afwerken
viel schaffen

Ejemplos de uso para afwerken

een opgedragen taak afwerken
eine Aufgabe erledigen
een zwaar programma afwerken
ein anstrengendes Programm absolvieren
het hele programma afwerken
das ganze Programm abwickeln
iets met spoed afwerken
etw eiligst erledigen
een roman afwerken
einen Roman vollenden
heel wat afwerken
viel schaffen
iets netjes afwerken
etw sorgfältig ausführen

Consultar el diccionario

neerlandés

Página en Deutsch | English | Español | Italiano | Polski
Consultar los diccionarios
Los más populares