neerlandés » alemán

Traducciones de „afvliegen“ en el diccionario neerlandés » alemán

(Ir a alemán » neerlandés)

af·vlie·gen1 <vloog af, i. afgevlogen> [ɑfliɣə(n)] V. intr.

1. afvliegen (vliegende van een punt verwijderen):

afvliegen

2. afvliegen (op iem, iets toevliegen):

afvliegen
zufliegen auf +acus.

3. afvliegen (naar beneden vliegen):

afvliegen
afvliegen

4. afvliegen (met grote snelheid verwijderen):

afvliegen

5. afvliegen (op iem toesnellen):

afvliegen
sich stürzen auf +acus.

6. afvliegen (afgerukt worden):

afvliegen
afvliegen

af·vlie·gen2 <vloog af, h./i. afgevlogen> [ɑfliɣə(n)] V. trans. (een afstand afleggen)

afvliegen

Página en Deutsch | English | Español | Italiano | Polski