Traducciones de „Moorse“ en el diccionario neerlandés » alemán

Noor·se <Noorse|n> [norsə] SUST. f

Noorse forma femenina de Noor

Véase también: Noor

Noor <Noren> [nor] SUST. m

Noor

Norweger m

moor·den <moordde, h. gemoord> [mordə(n)] V. intr.

moorden

morden

moord <moord|en> [mort] SUST. f

1. moord (doodslag):

moord

Mord m

moord en brand schreeuwen fig.

Zeter und Mord(io) schreien

daar komt moord en doodslag van fig.

dann gibt es Mord und Totschlag

moord met voorbedachten rade

vorsätzliche(r) Mord m

de moord op de president

der Mord an dem Präsidenten

een moord plegen [o. begaan ]

einen Mord verüben [o. begehen]

poging tot moord

versuchte(r) Mord m

de verdenking van moord

der Mordverdacht

2. moord (in sammenstelling):

moord

Mords-

moord

mords-

moord griet

tolles Mädel nt coloq.

moord vent

Mordskerl m coloq.

moois [mojs] SUST. nt geen pl.

moois

Schöne(s) nt

dat is ook wat moois! irón.

das ist ja ein schönes Schlamassel! coloq.

mor·sen¹ <morste, h. gemorst> [mɔrsə(n)] V. trans.

morsen

kleckern

mous·se <mousse|s> [mus] SUST. f

mousse

Mousse f

Noors [nors] ADJ.

Noors

norwegisch

het Noors

das Norwegisch(e)

moor·kop <moorkop|pen> [morkɔp] SUST. m

moorkop

Mohrenkopf m

moot·jes [mocəs] SUST. pl.

iem aan mootjes hakken

jdn in die Pfanne hauen coloq.