Traducciones de „zalig“ en el diccionario neerlandés » alemán

(Ir a alemán » neerlandés)

za·lig <zalige, zaliger, zaligst> [zaləx] ADJ.

1. zalig (zeer aangenaam):

zalig

himmlisch

zalig

herrlich

een zalig gevoel

ein himmlisches Gefühl

zalig nietsdoen

süße(s) Nichtstun nt

zalig weer

herrliche(s) Wetter nt

2. zalig (gelukkig):

zalig

selig

zalig nieuwjaar

ein gesegnetes neues Jahr

3. zalig rel.:

zalig

selig

iem zalig verklaren

jdn seligsprechen

het is zaliger te geven dan te ontvangen provb.

Geben ist seliger denn Nehmen

Ejemplos de uso para zalig

zalig nieuwjaar

ein gesegnetes neues Jahr

zalig nietsdoen

süße(s) Nichtstun nt

zalig weer

herrliche(s) Wetter nt

een zalig gevoel

ein himmlisches Gefühl

iem zalig verklaren

jdn seligsprechen

zalig/gelukkig kerstfeest!

gesegnete/fröhliche Weihnachten!

(een) gelukkig [o. zalig ] nieuwjaar!

ein glückliches neues Jahr!

iem een zalig uiteinde wensen

jdm zum Jahreswechsel alles Gute wünschen